Als jeugdprofessional kom je in je werk gezinnen tegen waar veel problemen zijn. De problemen kunnen divers van aard zijn, maar hebben ook betrekking op gevolgen voor de kinderen die in dat gezin leven.
Doel van jouw interventies is onder andere om samen met de ouders te komen tot een zodanige verandering, dat de veiligheid of de ontwikkeling van de kinderen gewaarborgd wordt. Dat betekent dat de communicatie met ouders over de problemen en de eventuele oplossingen van cruciaal belang is.
In een deel van de gezinnen waar we mee te maken hebben, hebben gezinsleden psychiatrische diagnoses. Soms zijn diagnoses niet gesteld, maar roepen gezinsleden tegen of over elkaar dat ze een psychiatrische ziekte hebben.
Een diagnose stellen
Het is van belang om te weten wat een diagnose nou eigenlijk is. Diagnoses zijn mijns inziens een apart soort leven gaan leiden. De DSM, waar diagnoses in beschreven staan, is in eerste opzet een communicatiemiddel. Elke diagnose is een opsomming van kenmerken en als je er genoeg van hebt dan krijg je die diagnose.
Maar wat zegt dat nou eigenlijk precies? Wanneer is het nou een psychiatrische stoornis en wanneer niet? En wat betekent dat dan? Ben je dan ook minder verantwoordelijk voor wat je doet of moet de wereld zich aan jou aanpassen?
Ik zag laatst een reclamespotje op tv waarin gezegd werd, dat een op de tien mensen een hersenbeschadiging heeft. Wat zegt dat? En wat betekent dan zo’n hersenbeschadiging voor de manier waarop je in de maatschappij staat?
Ik denk dat het goed is als we eens kritisch kijken waar we het nu eigenlijk over hebben en welke impact de “status” heeft die diagnoses steeds meer krijgen op ons. Ik besteed daar in de cursus ‘Praten met mensen met een psychiatrische stoornis’ veel aandacht aan.
Nut of noodzaak van een diagnose
De vraag is of een diagnose van psychische pijn hetzelfde is als een diagnose van fysieke pijn. Wat opvalt is dat er bij psychische diagnoses sprake is van een soort van ‘rondredenering’; dat heet Reïficatie.
Sanne te Meerman bespreekt dit verschijnsel ook in het onderzoek dat hij gedaan heeft naar de wetenschappelijke onderlegging van ADHD. (Meerman, S. te (2019) – ADHD and the power of generalization. Exploring the faces of reification)
Reïficatie is het volgende verschijnsel: Je hebt een verzameling klachten en als je die hebt geef je het een naam. Bijvoorbeeld: iemand is futloos, heeft weinig energie, heeft geen plezier meer in dingen. Iemand met die klachten noemen we depressief. Dat kan handig zijn, want als ik zeg: ‘deze cliënt is depressief’, dan weet de ander welke klachten hij heeft.
Maar dan gebeurt er iets vreemds. De categorie wordt gaandeweg de verklaring voor de klachten. We zeggen dan iemand functioneert niet omdat hij depressief is. We vinden dat heel gewoon. Maar als we een ander voorbeeld noemen, blijkt hoe raar het is.
Meerman gebruikt het voorbeeld kleine mensen. Stel we spreken af dat we mensen onder de 160 cm Korte Lengte (KL) noemen. Vervolgens zeggen we; ‘deze mensen zijn klein omdat ze Korte Lengte hebben’.
Wat betekent zo’n diagnose dan? Wat is dat dan, depressief? Dat was toch gewoon een bundeling van klachten? Nu doen we alsof het een aandoening van je hersenen is.
En wat betekent dat voor de betekenis van een diagnostisch onderzoek?
Is een diagnostisch onderzoek zinvol?
Een diagnose kan helpend zijn, als iemand daardoor meer zicht krijgt op hoe hij met dingen omgaat en hoe dat op een andere wijze zou kunnen.
Maar maak van een diagnose niet meer of minder dan het is. Het is een bundeling van kenmerken. Het geeft iets aan van de wijze waarop je met dingen omgaat en kan handvaten bieden om iets anders te doen.
Regelmatig helpt het ook als iemand begrijpt waar het vandaan komt en welke emoties of basisbehoeften eronder zitten. De wijze hoe iemand met dingen of met anderen omgaat is niet altijd gemakkelijk. Soms is iemand ook nog niet in staat om het al anders te doen. Maar in wezen is het een mens, die probeert om het op zijn manier, binnen zijn mogelijkheden, op dat moment zo goed mogelijk te doen. Probeer het als gedrag te zien en niet als hersenletsel.
Zoals een diagnose invloed heeft op ons, “Oh jee alweer een Borderliner”, zo heeft een diagnose ook invloed op degene die het krijgt. Ik ken cliënten die zeggen: ‘ik wil geen diagnose Borderline, daar kom je nooit meer vanaf’. En ze hebben gelijk. In de beeldvorming van anderen naar jou toe blijft dit.
Ik ken ook cliënten die er heilig van overtuigd zijn dat ze niets aan hun te extreme communicatie kunnen doen, want ze zijn een Borderliner. Dit klinkt als het wegduiken voor verantwoordelijkheid. Maar het ontneemt mensen vooral ook de regie over hun eigen leven.
Gelukkig komt er steeds meer weerstand tegen de “macht van de diagnose” en ook de maatschappelijke consequenties daarvan. Ik doel hiermee op de budgetten die gekoppeld worden aan diagnoses. Maar dat gaat voor nu te ver.
Artikel geschreven door Nick Bisschops
Meer weten?
Tijdens de training ‘Praten met mensen met een psychiatrische ziektebeelden’ gaan we op zoek naar de betekenis van diagnoses, wat ze met een ieder van ons persoonlijk doen in de manier waarop we iemand tegemoet treden. Hoe we vanuit onze eigen voorkeurspatronen reageren op de ander en hoe dat helpend of verstorend is. In de middag is een acteur aanwezig die ons helpt om te ontdekken waar onze communicatieve krachten en ook leerpunten liggen.
Het is een superleuke dag waar we gedachten en ideeën uitwisselen, gescherpt worden in ons denken en de kans krijgen om te oefenen. Iets waar in de dagelijkse praktijk, door alle drukte, vaak te weinig aandacht aan gegeven wordt.