Er scheiden jaarlijks heel wat (echt)paren. In veel gevallen zijn daar kinderen bij betrokken. Het grootste deel van de ouders weet het na scheiding redelijk tot goed te regelen voor hun kinderen. Ze maken afspraken over het contact dat ze met hun kinderen houden, overleggen over belangrijke beslissingen ten aanzien van de kinderen en vinden oplossingen voor verschillen van inzicht.
Een minderheid van de ouders lukt dit echter niet of niet goed genoeg. Dat maakt het voor hen en voor hun kinderen lastig. Deze kinderen of hun ouders doen een beroep op de hulpverlening. Of de hulpverlening wordt hen opgelegd omdat we als samenleving ons ernstige zorgen maken om de gevolgen voor de ontwikkeling van de kinderen.
Het juridisch veld betreden
Jeugdhulpverleners, jeugdbeschermers en sociaal werkers komen op deze manier in aanraking met ouders en kinderen waarbij aan de scheiding gerelateerde problematiek een rol speelt. Niet altijd beseffen zij daarmee ook een juridisch veld te betreden. Rechten en plichten van ouders, rechten van het kind, het verloop van procedures: ze zijn vastgelegd in wetten.
Enigszins tot mijn verbazing hebben veel hulpverleners een licht afwerende houding ten opzichte van deze juridische aspecten die aan hun werk verbonden zijn. Misschien komt dit vooral voort uit het feit dat ouders die veel meningsverschillen hebben, hun toevlucht nogal eens zoeken in juridische procedures.
Dat is natuurlijk hun goed recht en soms beslecht het ook wel eens een conflict, maar in heel wat situaties biedt het recht tamelijk weinig uitkomst. Dat heeft er mee te maken dat de verwachtingen van het recht anders zijn dan wat het recht kan bieden. Het juridisch systeem regelt plichten, rechten en belangen. Wat ze echter niet regelt zijn emoties en onderlinge verhoudingen. Verdriet, woede, angst, teleurstelling, je niet gezien voelen, je in de steek gelaten voelen: ze komen allemaal kijken bij een (echt)scheiding en ze hebben maar een beperkte plek in de wereld van wetten en regels.
Juridisch gedoe?
Hulpverleners raken hiermee zelf wellicht ook afkerig van wat ze noemen ‘het juridische gedoe’. Maar dat is naar mijn idee niet verstandig. Want dan doemen er zomaar een paar levensgrote valkuilen op.
Negeren van de juridische context
Een eerste is dat het negeren van de juridische context van ouderschap – zowel met als zonder scheiding – onduidelijkheid laat bestaan over wat de specifieke verhouding van deze man of vrouw ten opzichte van dit kind is. Biologisch ouderschap, juridisch ouderschap en ouderlijk gezag worden als begrippen niet goed gekend of worden op één hoop geveegd. De onderscheiden rechten en plichten die met deze verschillende posities samenhangen, zowel in de verhouding van de volwassenen tot het kind, als de consequenties die dit heeft voor de rechten en plichten van de hulpverlener worden over het hoofd gezien.
Mijn licht uitdagende stelling in juridische trainingen over ouderschap en scheiding is dan ook: “Als ik je ’s nachts om 3 uur wek, moet je van alle kinderen en jongeren die op je caseload staan, weten te noemen wie er juridisch ouder is en wie er gezag over het kind voert (vooruit, om 9.00 ’s ochtends dan …)”.
Onwetendheid en verkeerde adviezen
Een tweede valkuil is dat de hulpverlener, onwetend wat de juridische kaders zijn, ouders verkeerd adviseert, ouders rechten ontneemt of zelfs soms de plek van de rechter in neemt. Zo heb ik hulpverleners horen beweren dat een juridisch vader geen recht op informatie heeft, dat een moeder die alleen het gezag heeft, het recht heeft om een omgangsregeling eenzijdig bij te stellen, of heb ik een hulpverlener een moeder horen verbieden om contact met haar kind te hebben zonder dat de rechter hierin gesproken heeft.
Dat is niet alleen onverstandig en klachtwaardig, maar het brengt vooral het hulpverleningsproces in gevaar en leidt de hulpverlener weg van het terrein waar zijn of haar professionaliteit ligt. En die ligt in het veld van de psychologie, de communicatie en de onderlinge balans van investeringen en ontvangsten die in alle relaties een rol speelt. Het veld van de patronen in relaties, de manier waarop je dingen zegt, de erkenning waar mensen naar op zoek zijn, de overweldigende emoties die aan de orde zijn.
Ken het juridisch kader en doe er je voordeel mee
Het juridische kader ontneemt dat zeker niet aan de hulpverlener. Ze vertelt hem of haar echter twee dingen. De eerste is: ken mij en blijf met je handelen binnen mijn kaders. De tweede is: erken mij en doe er je voordeel mee. Weten wat de rechten en plichten van ouders zijn en weten wat de bevoegdheid van de rechter is, geeft de hulpverlener bij uitstek de positie die hem of haar helpt het goede en nodige werk te doen met scheidende ouders. Dat werk is ingewikkeld genoeg.
Geschreven door René Knip
Zoek je meer informatie over Praten met kinderen over kindermishandeling?
Gelukkig bieden we binnen TIMM consultancy een breed pallet aan trainingen om hulpverleners te ondersteunen bij gespreksvoering, omgaan met veiligheid, persoonlijke attitude en kennis van ontwikkelingspsychologische gevolgen van scheiding. De juridische training helpt om dat ingewikkelde werk op de juiste positie en met de juiste kennis van de wereld van rechten, plichten en belangen te doen!
Klik op onderstaande button voor meer informatie over de trainingen.
Ben je ook zo dol op podcasts luisteren? We hebben een podcast opgenomen over praten met kinderen met Rene Knip
Als jeugdprofessional is het belangrijk om te weten hoe een aantal zaken wettelijk geregeld zijn. Bijvoorbeeld hoe het zit met (juridisch)ouderschap, gezag, inzagerecht en regelingen rondom omgang. Het wettelijk kader geeft je houvast in je werk.
Het juridisch kader helpt je om verantwoordelijkheden duidelijk te hebben. Wie is waarvoor verantwoordelijk. Welke zaken kunnen beter geregeld worden via de rechter. Ouders hebben altijd drie opties; je gaat naar de rechter en laat die beslissen, je komt er samen uit of je komt er met hulp van iemand anders uit. Meer is er niet.
In deze podcast geeft René alvast zijn kijk op het nut van kennis over het juridisch kader.
Veel luisterplezier!