Voor de meeste jeugdprofessionals is het niet hun favoriete bezigheid. Een gesprek voorbereiden. Zeker in tijden van hoge werkdruk en crises. Toch verhoog je met een goede voorbereiding de kans op een geslaagd gesprek.
Gesprekskaarten voor het kindgesprek
Tijdens de tweedaagse training over gesprekken met kinderen over kindermishandeling, leren deelnemers te werken met de zes gesprekskaarten. Een eenvoudige tool die een duidelijke houvast biedt voor het kindgesprek.
Ik licht er drie uit die je kunt gebruiken bij het voorbereiden van je gesprek.
1 Waarom?
Aan de hand van deze kaart vertel je wat de aanleiding en het doel van je gesprek is. Dat vraagt om een duidelijke beschrijving van de gebeurtenis(sen), observatie(s) of melding(en) die ertoe hebben geleid dat je met het kind in gesprek gaat.
Wees zo concreet en duidelijk mogelijk. Wie maken zich zorgen en waarover? Bepaal van tevoren goed wat je doel is van het gesprek. Dat bepaalt namelijk mede welke vragen je gaat stellen en waar je focus ligt.‘Het kind beter leren kennen’ is geen doel; want wat is je reden om het kind beter te leren kennen? Wil je de veiligheid in kaart brengen? Feiten boven tafel krijgen? Wil je weten wat de beleving van het kind is? Is het in het kader van een onderzoek of is het onderdeel van een veiligheidsplan?
Pas als je dat doel voor jezelf helder hebt, kun je dat aan het kind uitleggen. Het kan helpen om dit met een collega scherp te stellen, of om te kijken of de opdracht die je van Veilig Thuis hebt gekregen, helder genoeg is en zo nodig te achterhalen.
2 Wie ben ik?
Met dit kaartje vertel je wie je bent. Je naam, hoe je werk heet en vooral wat je taak is. Het biedt duidelijkheid als het kind weet dat je ook met andere kinderen en ouders praat die te maken hebben met bijv. ruzies, schreeuwen, elkaar pijn doen, nare dingen zeggen; of kinderen die juist veel alleen moeten oplossen thuis, die aandacht missen; of die aangeraakt worden onder hun ondergoed.Hoe vanzelfsprekender je daar zelf over spreekt, hoe lager de drempel voor het kind om daarover te vertellen. Jij bent daar namelijk voor.
Leg ook uit wat je wil bereiken met het gesprek; bijvoorbeeld dat jij er bent om samen met de ouders een plan te bedenken zodat er minder ruzies zijn tussen ouders, maar dat je ook heel benieuwd bent naar wat het kind daarover denkt en welke ideeën het misschien wel heeft.Kinderen vinden het ook leuk om iets over jou persoonlijk te weten, bijv. als je ook van voetbal houdt, een huisdier hebt, of een hekel aan broccoli hebt.
3 Wat gaan we doen?
Bedenk vooraf goed wat je gaat doen en hoe lang. Ga je alleen praten? Of ga je wandelen? Eerst praten en dan een spelletje? Of ga je het kind de Drie Huizen laten tekenen? Heb je gevoelskaarten meegenomen? Of poppetjes? Bedenk vooraf wat je inzet om je doel te kunnen bereiken. Vertel aan het kind duidelijk wat jullie gaan doen en hoelang dat gaat duren.
Nog een tip voor het kindgesprek
Laatste tip: denk na over het moment van het gesprek. Kan het kind door het gesprek niet afspreken met een vriendje? Dan liever een ander moment. Mist het een rekenles op school, waar het toevallig een hekel aan heeft? Top! Stem dit af met ouders en/of de leerkracht.
En soms loopt het toch anders. Dan heb je je voorbereid en vraagt de situatie of het kind onverwachts iets anders van je. Wees altijd bereid om te schakelen, maar verlies je voorbereiding niet uit het oog.
Geschreven door Evie Daniels
Wil je meer leren over het kindgesprek? Evie geeft daarover onder andere de driedaagse training Praten met kinderen.
Meld je meteen even aan!