Samenwerken aan veiligheid ontstaat in de dialoog met de ander. Een oprecht nieuwsgierige houding toont betrokkenheid. Dit uit zich door je vragende houding. Maar wat is een goede vraag?
Een goed geformuleerde vraag;
- sluit in taal aan bij de ander;
- is enkelvoudig, slechts 1 vraag per keer;
- nodigt de ander uit om te vertellen;
- sluit aan bij je vorige vraag;
- is doelgericht, je weet waarom je die specifieke vraag stelt;
- je vragen zijn doordacht;
- maakt dat de ander gaat nadenken en gaat reflecteren op de situatie;
- zorgt voor verandering.
Tips om doelgerichte vragen te stellen
Onderstaand een aantal tips om doelgerichte vragen te stellen wanneer je het raamwerk Samenwerken aan Veiligheid gebruikt.
Feitelijke zorgen;
- Bij de zorgen vraag je naar feiten, je wilt dat iemand vanuit zijn perspectief vertelt hoe de situatie is verlopen. Je vermijdt zoveel mogelijk algemeenheden en termen als vaak, soms, een beetje.
- Gebruik zoveel mogelijk vragen die beginnen met Wie, Wat, Waar, Waarmee, Wanneer, Hoe, Hoe vaak.
- Vermijd zoveel mogelijk vragen die met een werkwoord beginnen omdat dit gesloten vragen zijn.
- Om zicht te krijgen op de actualiteit vraag je wanneer de laatste keer was dat iets gebeurde. In combinatie met vragen naar de eerste keer, weet je hoelang iets al gaande is.
- De ernst, de zwaarte van de situatie vraag je uit door ook naar de ergste keer te vragen.
Complicerende factoren;
- De complicerende factoren zijn de factoren die zorgen voor veel stress en spanningen waardoor ouders niet de ouder kunnen zijn die ze graag willen zijn. Het vraagt te veel energie waardoor ze uitgeput raken of het maakt ze verdrietig of boos.
- Door te veel stress lukt het ouders niet om rustig te blijven om met een kalm brein na te denken voordat zij reageren. Alles is te veel waardoor ze doen voordat ze denken. Vaak gaat dit op de automatische piloot. En kan de ouder achteraf veel spijt hebben van de reactie.
- Stress kan ervoor zorgen dat mensen in de vechtmodus terecht komen, wegvluchten voor de situatie of verlamd raken waardoor er niets meer uit hun handen komt.
- Er zijn complicerende factoren die tijdelijk en oplosbaar zijn zoals werkloosheid, onvoldoende opvoedvaardigheden of middelengebruik. Maar ook complicerende factoren die onoplosbaar zijn zoals bijvoorbeeld een eigen geschiedenis van mishandeling of verwaarlozing.
Acties ter bescherming;
- Om een veiligheidsplan te maken die gebaseerd is op ‘evidence based’ informatie wil je weten wat in de specifieke situatie van dit gezin al eens eerder zorgde dat het gevaar of de onveiligheid werd afgewend.
- Bij iedere zorg die besproken wordt, informeer je naar de uitzonderingen, de momenten waarop het wellicht fout had kunnen gaan en ouders of iemand anders iets gedaan hebben waardoor het gevaar is geweken.
- Oplossingsgerichte vragen die helpen om zicht te krijgen op acties ter bescherming zijn bijvoorbeeld;
– uitzonderingsvragen,
– perspectief wisselingsvragen,
– reframen,
– plus achter de min,
-normaliseren, aandrangoverwinnende vraag
-of circulaire vragen
Sterke punten en steunbronnen;
- Sterke punten omvatten gedrag en acties die zicht geven op kwaliteiten en mogelijke beschermende factoren. Het is mogelijk om hieruit te putten voor toekomstige veiligheid.
- Bij steunbronnen kan het gaan om personen uit het eigen netwerk die een helpende hand uitgestoken hebben, mensen met wie de ouders een goede band hebben of iemand die een belangrijke rol speelt in het leven van het kind.
Het vraagt een goede timing om te praten over steunfiguren. Ouders zijn niet altijd direct gemotiveerd om het netwerk in te schakelen wanneer niet helder is wat de verwachtingen zijn. Schaamtegevoelens kunnen er bijvoorbeeld voor zorgen dat ouders liever niet met anderen praten over hun problemen.
Weging van de veiligheid;
- Met een schaalvraag kun je verschillende zaken bespreken. De veiligheidsschaal wijkt enigszins af van de schaalvraag zoals die binnen oplossingsgericht werken wordt gebruikt.
Hier is het de professional die de kaders stelt en benoemt wat 0 en wat 10 is. Het is belangrijk dat je hierin concreet en helder bent zodat voor iedereen duidelijk is waar je op wilt reflecteren.
Binnen oplossingsgericht werken laat je de ouder zelf de 0 en de 10 formuleren omdat dan helder is wat voor hen de gewenste situatie is. - Later in het proces kun je de schaalvraag opnieuw stellen om hiermee te onderzoeken hoeveel vertrouwen iedereen heeft in de gemaakte afspraken.
Risico-uitspraken;
- Bij de risico-uitspraak stel je een hypothese, op basis van de informatie die nu bekend is over het gezin en je professionele kennis over de ontwikkeling van kinderen en de impact van mishandeling en verwaarlozing hierop. Wat kan er mogelijk gebeuren wanneer er niets verandert.
- Het is belangrijk dat dit reëele uitspraken zijn.
- Het gaat hierbij om gedrag van de ouders/verzorgers dat impact heeft op het kind.
Gewenste situatie;
- Met elkaar nadenken over de gewenste situatie maakt dat ouders voor ogen hebben waarvoor het veiligheidsplan dient, wat kan er bereikt worden. Je moet concreet worden over de goed genoeg situatie.
- Je stelt dit zoveel mogelijk op in positieve formuleringen. In plaats van ‘ouders hebben niet gedronken wanneer zij bij hun kind zijn’, formuleer je deze positief, ‘wanneer ouders bij hun kind zijn, zijn zij nuchter’.
Volgende stappen en regie;
- Samen met de betrokkene kom je uiteindelijk tot veiligheidsafspraken.
- Je baseert de afspraken zoveel mogelijk op dat wat in het verleden al eens gewerkt heeft voor dit specifieke gezin.
- Er gaat veel tijd zitten in het goed doordenken van de veiligheidsafspraken. Het gezin zelf is aan het woord en bedenkt wat in hun specifieke situatie het beste werkt. Als professional ben je nieuwsgierig en vraag je door op de oplossingen die aangedragen worden.
- Het gaat hierbij zo min mogelijk over professionele interventies of hulpaanbod. Dat komt nadat de veiligheid hersteld is meer aan bod in de fase van de risico-gestuurde hulp.
Meer weten over de kracht van vragen stellen? Meld je dan aan voor een van onze trainingen over veiligheidsplanning.
Geschreven door Margreet Timmer