Netwerkberaad gedwongen kader: een waardevol instrument voor beweging in vastgelopen situaties
Het klinkt vaak makkelijker dan het is: ‘samenwerken met het gezin’, de ‘kracht van het systeem versterken’. Juist wanneer er zorgen over de veiligheid van de kinderen zijn en samenwerking niet lukt is de druk voor de professional om ‘te gaan rennen’ en ‘de hulp ergens te beleggen’ vaak groter dan het vertrouwen om mét het gezin en (familie-) netwerk rond de tafel te gaan zitten om de zorgen weg te nemen: een netwerkberaad gedwongen kader houden. Terwijl juist wanneer een gezin de regie dreigt te verliezen het zo belangrijk is om zorgvuldig te zijn op het behoud van regie van het gezin en je bewust te blijven van de beperkte invloed van hulpverlening. De druk van het gedwongen kader kan ook een extra zetje geven om tot samenwerking te komen.
netwerkberaad gedwongen kader zijn gestructureerde bijeenkomsten waarbij ouders, kinderen en hun netwerk van familie, vrienden en hulpverleners samenkomen om de situatie in kaart te brengen en afspraken te maken over wat er moet gebeuren om te zorgen dat het weer goed gaat met het kind. Doel is om de veiligheid voor het kind te herstellen en de betrokkenheid van het netwerk rondom het gezin te vergroten en gezamenlijk tot gedragen oplossingen te komen.
Om in de situaties van inzet van het gedwongen kader een netwerkberaad te beleggen vraagt om een zeer goede voorbereiding en focus, er is immers al zoveel niet gelukt. En het vraagt om vertrouwen bij de voorzitter van het beraad: hoe sluit je aan, wat is haalbaar, hoe breng je de stem van het kind in als verbindende factor?
In dit artikel ga ik in op de meerwaarde van een netwerkberaad gedwongen kader. Vanuit mijn ervaringen bij de Raad voor de Kinderbescherming en bij Nidos- jeugdbescherming voor vluchtelingen- sta ik op een hele praktische manier stil bij het werk en de ervaringen van de voorzitters van netwerkberaad gedwongen kader in deze context. Hoe je het verschil kunt maken en hoe je met ogenschijnlijk kleine stapjes beweging kunt maken: doen!
De focus is de inhoud: ‘wat is er nodig om te zorgen dat het goed gaat met dit kind’. De voorbereiding is een zorgvuldige analyse van de voorgeschiedenis en voorbereiding op het proces: ‘hoe begrijpen we de houding, mogelijkheden en onmogelijkheden van deze ouders en het betrokken netwerk en sluiten we hierop aan?, waar zit ruimte, wat werkte niet?’. Het instrumentarium van de voorzitter, is: lef, empathie, leiding nemen, begrijpelijke taal, mensen meenemen door bv. ‘jezelf ondertitelen’, kaderen en concretiseren. De motor is: vertrouwen in de dynamiek van het systeem: de ouders, het kind, familienetwerk, betrokken hulpverleners en hun betrokkenheid op het welzijn van het kind en vertrouwen in jezelf als voorzitter.
Casus
Noa is een meisje van 2,5 dat sinds een half jaar met haar moeder, Tessa (22 jaar) bij oma (mz) woont. De aanleiding was de scheiding van Tessa en Ibrahim, de vader van Noa. Hun relatie was vanaf het begin onrustig. Er waren vaker korte periodes geweest waarin ze uit elkaar waren. Maar nu besloot Tessa om echt uit de relatie te stappen. De zorg voor Noa kwam grotendeels op haar neer. Noa is een rustig meisje, wat afwachtend en maakt een tevreden indruk. Ze ontwikkelt zich goed en geniet van het contact met de kinderen op het dagverblijf en van het contact met oma en moeder. De laatste twee maanden heeft Tessa weer contact met Ibrahim. Ze gaan samen uit, gebruiken lachgas en ontwikkelen een verslaving aan lachgas. Het maakt Tessa onvoorspelbaar. Oma is na meerdere gesprekken met haar dochter de wanhoop nabij en heeft Tessa gezegd dat ze niet meer welkom is totdat ze met het lachgasgebruik gestopt is. Ook wil ze Ibrahim niet meer zien na de negatieve verhalen die ze over hem gehoord heeft. Noa heeft nu twee maanden haar moeder niet gezien. Tessa vraagt via de rechtbank een onderzoek bij de Raad voor de Kinderbescherming om het contact met haar dochter te herstellen.
De raadsonderzoeker heeft in grote lijnen de conclusie wel helder: ondertoezichtstelling en machtiging uithuisplaatsing bij oma en een omgangsregeling voor moeder, die eenhoofdig gezag heeft. Maar hoe haalbaar is dit als het systeem zo vastzit, hoe helpt het Noa, moeder en oma? Het handelen van de RvdK is ook een interventie: met een netwerkberaad gedwongen kader wordt duidelijk waar voor ieder de angel van het probleem zit en waar de mogelijkheden voor de oplossing zitten en het zorgt voor beweging richting een oplossing.
Tips voor de voorbereiding:
- Laat de uitkomst los (dus niet: we zijn hier om de te kijken hoe een ots en uhp bijdragen aan het wegnemen van de zorgen),
- Bepaal wat je met dit netwerkberaad gedwongen kader wil bereiken. Dat is je introductie voor de deelnemers. We willen kijken wat er nodig is om te zorgen dat Noa contact houdt met haar moeder en de band met haar moeder als belangrijke hechtingspersoon niet verliest.
- Hou het concreet en richt je op haalbare kleine stapjes die zorgen voor beweging de goede kant op; wat kan een eerste stapje zijn zodat moeder haar dochter weer kan zien?
- Maak de zorg en gewenste uitkomst voor het kind heel concreet en navoelbaar, dat is de focus waarop je steeds terugkomt in het beraad. Hierin zit ook de stem van het kind en/of psycho educatie waarom het belangrijk is voor het kind. Bijvoorbeeld; informatie over belang van hechting en zorg over het effect van het verlies band met hechtingsfiguur op jonge leeftijd.
- Maak onderscheid tussen de zorgen en de complicerende factoren. Die laatste zijn een gegeven en komen niet terug in je doel. Valkuil: ‘moeder en oma hebben goed contact rondom Noa’ ‘moeder gebruikt geen lachgas meer’ beter: ‘Noa heeft geen last van de spanning tussen moeder en oma’, ‘moeder heeft haar aandacht erbij als ze bij Noa is’. Dat geeft ieder –inclusief de voorzitter- ruimte voor andere oplossingen, bv opa die een actieve rol gaat spelen.
- Orden wat er goed gegaan is en de krachten van het systeem zijn. Moeder en oma hadden goede samenwerking rondom Noa, moeder zorgde goed voor Noa, ze hebben een goede band.
- Verplaats je in de deelnemers: wat kan de goede reden zijn van oma, moeder, vader en opa om te doen wat ze doen? Bijvoorbeeld; Oma hoopt met haar strakke afspraak moeder te stimuleren te stoppen met lachgas, is daar zelf tamelijk wanhopig over en vindt het moeilijk om aan te zien. Vanuit dit begrip kun je ieder erkenning geven op haar/zijn perspectief, dat geeft veiligheid en versterkt de aansluiting.
- Fris je oplossingsgerichte houding en gespreksvoering op: vaardigheden als reframen en vragen naar uitzonderingen of wat iemand voor het probleem in de plaats zou willen zijn zuurstof in de sessie. Bijvoorbeeld oma: ‘ik vind het niet kunnen dat Tessa niet op komt dagen, eerst zegt ze tegen Noa dat ze komt, dan is Noa super teleurgesteld en daar zit ik dan weer mee’ voorzitter: ‘als ik het goed begrijp zegt u ik wil teleurstellingen voor Noa voorkomen?’.
- Doe het netwerkberaad gedwongen kader samen met een collega en weet van elkaar welke rol je inneemt en welke vaardigheden je vooral inzet. Zo zijn meestal de mensen die vanuit empathie goed kunnen aansluiten wat minder goed in sturen en begrenzen. Wissel dit uit zodat je elkaar kunt aanvullen.
Voorbereiding is het halve werk. Doel van het netwerkberaad gedwongen kader is niet open, er móet iets veranderen. Dat vraagt om helderheid over doel en kader en om sturing, steeds weer: ‘hoe helpt dit om voor dit kind…. ‘ . De uitdaging voor de voorzitter is om die duidelijkheid en rode draad vast te houden én aan te sluiten bij perspectief en mogelijkheden van de mensen aan tafel. Het echte werk, 200% aanstaan, gebeurt tijdens het beraad.
Werkzame ingrediënten tijdens het netwerkberaad gedwongen kader
- Houvast van de agenda: voorstelronde (wie zijn er, wat is je relatie tot het kind), doel, afspraken voor een goed gesprek, komen tot praktische afspraken, check op haalbaarheid en commitment, afronding.
- Heldere taal, kort en concreet.
- Sturen op proces: doel vasthouden, kindperspectief inbrengen (gewenste situatie), begrenzen, aandacht verdelen.
- (Cultuur)Sensitiviteit.
- Meerzijdige partijdigheid: begrip voor ieders perspectief hebben, erkenning geven, ieders perspectief ruimte geven ‘hoe is dat voor jou moeder, wat oma nu zegt? ‘Ik ben benieuwd hoe u, opa hiernaar kijkt?’
- Presentie, wees open en oprecht; wat fijn dat u allemaal gekomen bent.
- Denk soms hardop; ik vraag me even af of we al kunnen beginnen met een concreet plan of dat er nog iets is wat gezegd moet worden?
- Ondertitel jezelf; ik vraag dit omdat ik weet dat voor kinderen op die leeftijd een week al heel lang is en je moeder eens in de maand zien dan heel erg weinig.
- Neem een pauze. In de pauze kan de voorzitter zich bijstellen, even overleggen met de collega. En de deelnemers kun je de vraag meegeven: zijn we goed bezig, zijn er dingen die nog gezegd moeten worden, als we …. afspreken kun je je erin vinden? Een moment van reflectie alvorens verder te gaan.
Voordelen van het netwerkberaad gedwongen kader;
- Verschillende perspectieven worden gedeeld, waardoor een breder scala aan mogelijkheden ontstaat.
- De onderlinge betrokkenheid van de deelnemers is groter, er ontstaat gedeelde verantwoordelijkheid wat de kans op duurzame oplossingen vergroot.
- Positieve intenties worden versterkt.
- Patronen worden ter plekke zichtbaar.
- Ouders (en kinderen) worden als volwaardige gesprekspartners serieus genomen, weten wat er over hen gezegd wordt, kunnen hun zegje doen, en bijdragen aan en reageren op, kleine stapjes richting oplossing.
- De afspraken die gemaakt worden hebben draagvlak.
De casus
De moeder van Noa is aangenaam verrast dat ze in dit overleg wordt aangesproken als de moeder van Noa, die belangrijk is voor Noa en een goede band heeft met Noa. In het laatste gesprek aan de jeugdbeschermingstafel met o.a. Veilig Thuis stond haar verslaving centraal en de zorgen van haar moeder over haar. Oma voelt door het begrip van de voorzitter, voor haar machteloze gevoel over de verslaving van haar dochter, de ruimte om wat minder strak te zijn. Ze vindt ook dat Noa haar moeder moet kunnen zien. Opa doet een stapje naar voren – op uitnodiging van de voorzitter- en ziet ook dat oma en moeder erg in de strijd zitten en niet meer zien wat er wel goed gaat. Hij wil wel thuis zijn als moeder komt, zodat oma even wat afstand kan nemen. Ze komen tot een plan met kleine stapjes van contactherstel tussen moeder en Noa en de noodzaak om voor de langere termijn met hulp van de gezinsvoogd een plan te volgen waarin moeder steeds meer contact heeft met Noa en concreet in kaart gebracht wordt wat er nodig is zodat moeder de zorg weer over kan nemen.
De raadsonderzoekers hebben goed samengewerkt in het overleg. Toen oma en moeder begonnen te schreeuwen tegen elkaar hebben ze het overleg even stil gelegd en gevraagd of beide willen bedenken wat ze graag zouden willen van de ander in het belang van Noa. Dat hielp. Toen er een plannetje was voor de komende maand hebben ze een pauze ingelast zodat ieder kon nadenken of dit een haalbaar plan was. Het gaf henzelf ook de gelegenheid om te kijken of ze nog iets moesten checken of inbouwen. Tijdens het overleg was Noa aanwezig door een grote foto midden op de tafel.
Gezinsvoogden
Deze casus is uit de praktijk van de Raad voor de Kinderbescherming. Met een beetje creativiteit kan de werkwijze toegepast worden voor de gezinsvoogden gericht op het maken of bijstellen van een haalbaar en gedragen plan in een netwerkberaad. Zoals dat ook beschreven staat in de werkwijze OTS ‘maken van een familiegroepsplan’.
Vluchtelingengezinnen
Wanneer het gaat om toepassing voor het werken met vluchtelingengezinnen is een belangrijke aanvulling om de culturele sensitiviteit te waarborgen. Schaamte voor het openlijk bespreken van problemen speelt vaak een grote rol en de focus op de gewenste situatie voor het kind i.p.v. de zorgen is dan een belangrijk aandachtspunt. Daarnaast is het inschakelen van een persoonlijke tolk, met instemming van het gezin, of bij voorkeur een cultureel mediator om de communicatie te vergemakkelijken, bruggen te bouwen en te zorgen dat iedereen zich begrepen voelt erg aan te raden. De context van een overheid die zich bemoeit met opvoeding, westerse normen en waarden over opvoeding en de stress van een gezin dat moet dealen met verschillende uitdagingen (verleden en verlies en toekomst en onzekerheid in een andere cultuur) vragen extra uitleg, dialoog en aansluiten van de betrokken raadsonderzoeker of gezinsvoogd.
Tenslotte
Mijn ervaring als trainer van voorzitters van netwerkberaad gedwongen kader hebben me laten zien hoeveel kennis en kunde er al voorhanden is om dit goed voor te bereiden en te leiden. Het belangrijkste dat eraan toegevoegd moet worden is – parallel aan wat we van de gezinnen en hun netwerk vragen- betrokkenheid en oog voor wat er goed gaat!
Succes.
Meta Kuipers Orthopedagoog, GZ-psycholoog en trainer.
Wil je meer weten over netwerkberaad gedwongen kader dan is hier een podcast.