‘Niets over ons zonder ons, oplossingsgericht bespreken van risico- en veerkrachtfactoren met ouders in een gezin.’
Dat was de titel van de workshop over risicotaxatie die Margreet en ik gaven op het jaarcongres Huiselijk geweld in Ede, 23 november jl. De discussies en vragen leverden een mooi inkijkje op in de drempels en dilemma’s bij het werken met risicotaxatie-instrumenten. Hieronder een bespreking van drie die we vaker horen;
1. Hoe introduceer je dat je breed risico’s wilt uitvragen wanneer mensen komen voor bijvoorbeeld een gerichte vraag om een sociale vaardigheidstraining voor hun kind dat gepest wordt? We willen toch vraaggericht werken en vlot doorschakelen naar een passend aanbod.
Klopt, niemand zit te wachten op te veel, te vroeg of te lang. Anderzijds betekent vraaggericht werken ook het onderzoeken van eventueel andere (nog) niet expliciet gestelde vragen. Misschien is een kind zich meer gaan terugtrekken doordat er thuis van alles speelt, bijvoorbeeld een ouder die psychische problemen heeft of financiële problemen waardoor het kind bang is dat het gezin door schulden uit huis gezet wordt.
Vraaggericht werken betekent dat wij best mogen uitleggen dat we vaak dingen over het hoofd zien die belangrijk zijn bij het maken van een goed plan voor kinderen en gezinnen. En dat we daarom prima kunnen vragen of ouders mee willen kijken met een vragenlijst of met kaarten waarop onderwerpen staan die voor stress of belemmeringen kunnen zorgen. Meekijken om te zien of er zaken tussen zitten die zij herkennen en misschien ook willen veranderen. Ouders zijn dan heel vaak bereid om mee te denken.
2. Wat nu als je een risicotaxatie-instrument inzet en de ouder geeft aan dat een zorg niet speelt maar jij hebt je twijfels. Dan kun je toch niet gewoon zeggen dat iets wel een zorg is waar ouders aangeven dat het niet zo is?
Klopt, dat zou de samenwerking niet echt bevorderen. Wat wel kan is vragen of het kind, of mensen uit het netwerk, of misschien andere betrokken hulpverleners hetzelfde antwoord zouden geven. Misschien is deze factor een “nee, speelt niet” voor ouders, maar denken andere mensen daar anders over. Wie weet krijg je van ouders dan ook toestemming om dat bij de ander uit te vragen.
3. Hoe kun je van geconstateerde risico’s komen naar een gedragen hulpverleningsplan?
Uit onderzoek blijkt dat de inzet van een risicotaxatie-instrument niet vanzelfsprekend leidt tot (het inzetten van) een passende interventie. Alleen aan het doordenken van risico’s heb je niets. Je wilt na het gezamenlijk doordenken van risico’s ook samen met ouders bepalen hoe aan welke risico’s gewerkt gaat worden. Hoe? Door nog meer vragen te stellen. Vragen als; welke risicofactor geeft nu de meeste stress? Of is het snelste verholpen. Wat heeft prioriteit? Wat lukt al? Wat kan nog beter? En wie of wat kan daarbij helpen? Dat levert een door en met ouders doordacht (hulpverlenings)plan op, met interventies op maat. Een plan dat je natuurlijk ook met andere belangrijke betrokkenen bespreekt en waar nodig aanscherpt.
Wil je hier mee van weten en/of in jouw praktijk mee aan de slag? Volg dan de training Risicotaxatie met de COMPLI-kaarten en krijg je eigen set COMPLI-kaarten om je risicotaxatie werk nog makkelijker te maken!
Geschreven door Arianne Geuze
‘Je hebt niets aan een risicotaxatie als je vervolgens geen passende interventie hebt’ Meer hier over weten? Luister dan naar deze podcast over risicotaxatie van Margreet